Publicatie in NHD: Waterlands Welvaren
Het was vanaf het begin duidelijk: de jongens zouden in de aannemerij komen werken en ze zouden later het stokje van hun vaders overnemen. De derde generatie Duinmaijer heeft de blik op de toekomst gericht. "Bij ons gaat het gelukkig nog steeds goed."
Publicatie in het Noordhollands Dagblad 4 juli 2012: Waterlands Welvaren
Aannemersbedrijf Duinmaijer staat er op de kaartjes en ze nemen ook zo goed als alles aan. ,,Dat is altijd al zo geweest. Al concentreert het werk zich wel op ruwweg een half uurtje rijden van De Rijp.We hebben laatst een klus gedaan in Barendrecht, op speciaal verzoek van een klant. Hij stond erop dat wij het zouden doen. Daar zeg je dan geen ’nee’ tegen, maar dan merk je wel dat het voordelen biedt, als het werk zich zo dicht bij huis bevindt. Misschien zijn we wel verwend.’’
In ieder geval gevraagd, want Duinmaijer doet de meest uiteenlopende opdrachten.
En kennelijk naar tevredenheid. Een vaste werkplek is de zogenoemde Gouden Bocht op de Herengracht in Amsterdam. ,,We zouden daar een
klus doen van drie dagen, maar inmiddels werken we daar al zeven jaar aan renovatie en restauratie van historische panden. Maar net zo lief doen
we de een uitbouw van een woning of een dakkapel.We zijn heel sterk regionaal geworteld. De mensen kennen ons en wij kennen de opdrachtgevers.
Je hebt iets met elkaar.’’ Frank Duinmaijer (zoon van Nico) en Arjan en Martijn (zonen van Siem) namen vorig jaar officieel het bedrijf over van hun vaders. Gesticht in 1952 door grootvader Thijs Duinmaijer is 2012 een jubileumjaar. Was grootvader vooral gericht op sloopwerk, hij ontwikkelde zich steeds meer tot aannemer en timmerbedrijf.
,,Een leuke anecdote. Grootvader had geboden op de sloop van de kerk in Graft. Hij werd tweede en kreeg de opdracht niet. De kerk is inderdaad gesloopt, maar wij hebben nu net de zerkenvloer helemaal gerestaureerd.’’ Bij het bedrijf werken in totaal veertien mensen, de drie nazaten incluis. Alles concentreert zich rond De Volger, waar Duinmaijer sinds enkele jaren is gevestigd. ,,De jongens vertrekken ’s ochtends vanaf het bedrijf en komen hier ’s middags ook weer terug. Een beetje de dag doornemen, een bakkie koffie erbij en werkbonnen inleveren. Twee mensen zijn volle tijd bezig in de machinale houtbewerking en de spuiterij. ,,We doen echt alles zelf en we kúnnen ook alles zelf. Dat is onze kracht. Een rot kozijn? Wij maken een nieuwe in authentieke stijl.Wij doen ook veel werk voor derden, zo blijft het lonend.’’ Bijzondere klussen? De ’jongens’ hebben een dik fotoboek vol, maar komen er niet uit. Bladerend: ,,Aansprekend in de omgeving is natuurlijk het rechtzetten van de verzakte toren van de Sint Bonifatiuskerkin De Rijp. Het mooie van dit vak is dat je iets achterlaat, dat je kunt zeggen: Kijk, dat hebben wij gemaakt.’’Wat ze vooral van hun beider vaders hebben geleerd is, ’zorg dat je werk goed is’. ,,Vraag je af: Als jij de klant was, hoe zou jij het dan zelf willen hebben?’’
RONALD MASSAUT